Persbericht mei 2024
03 Juni 2024
Groen pleit voor groene bestemming nog niet ontwikkeld perceel in industriezone aan de Gentweg in Kerkbrugge-Langerbrugge (foto VLM fotoarchief)
Persbericht Groen Evergem
Vergunningen al aan bedrijven gegeven vooraleer RUP Wittemoer werd goedgekeurd
Op de gemeenteraad werd het RUP (Ruimtelijk Uitvoeringsplan) Wittemoer voorlopig goedgekeurd. Groen onthield zich bij de stemming. De site is de voormalige Campina site die sinds 2015 leeg staat. De gebouwen blijven grotendeels behouden, maar deze worden aangepast voor een KMO-zone. Groen kan zich vinden in het feit dat de bestaande bedrijfsgebouwen worden ingevuld voor lokale bedrijven, maar heeft wel vragen over de manier van werken van het gemeentebestuur. Er werd vooraleer het RUP is goedgekeurd al omgevingsvergunningen afgeleverd voor bedrijven. Groen vindt dit geen correcte manier van werken. In principe dient het RUP te zijn goedgekeurd vooraleer er vergunningen kunnen worden afgeleverd. De gemeenteraad holt achter de feiten aan.
Bovendien worden er door de provincie vragen gesteld over de impact op de mobiliteit en de duurzaamheid van de site. De locatie ligt niet ideaal, niet in of aansluitend bij een dorpskern, niet aan een goed uitgeruste weg en er staan heel wat woningen in de buurt. Groen hoopt dat de bedrijvigheid niet voor extra overlast zal zorgen voor de omgeving.
Contactpersoon: Eddy Colombeen
Groen wil groene bestemming voor nog niet ontwikkeld perceel in industriezone aan de Gentweg in Kerkbrugge-Langerbrugge (foto VLM fotoarchief)
Momenteel loopt een omgevingsaanvraag voor een productiesite voor gasplitsing dat zich in de Gentweg wil vestigen. De aanvrager vraagt bijkomend de aanleg van een weg voor deze site en voor de (eventuele) toekomstige bedrijvigheid. De gemeenteraad weigerde unaniem de aanleg van deze weg. Groen vindt het inderdaad niet gepast dat op deze locatie een dergelijk hinderlijk bedrijf wordt gevestigd direct naast een koppelingsgebied en palend aan woningen in Kerkbrugge-Langerbrugge. Er waren tijdens het openbaar onderzoek van deze aanvraag bovendien 195 bezwaren ingediend.
De uiteindelijke beslissing over de aanvraag van het gasbedrijf wordt genomen door de Deputatie van de provincie, maar het college gaf in elk geval al een ongunstig advies bij deze aanvraag. Groen is hiermee uiteraard akkoord, maar het gevaar is hierdoor niet geweken. Als de vergunning al dan niet in beroep zou worden geweigerd, dan nog kunnen ofwel hetzelfde bedrijf of andere bedrijven met een gelijkaardige hinderlijkheid een nieuwe aanvraag indienen vermits deze zone bestemd is voor zulke activiteiten.
Daarom vroeg Groen-raadslid Eddy Colombeen in de gemeenteraad en gemeenteraadscommissie om vanuit de gemeente de vraag te stellen aan de Vlaamse overheid om de bestemming van deze zone van ‘gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven’ om te zetten in een groene bestemming, (parkgebied of dergelijke) om de leefbaarheid van de dorpskern van Kerkbrugge-Langerbrugge te garanderen. De bevoegde schepen Josse Verdegem (N-VA) stond open voor deze suggestie, maar wil wel de vergunningsbeslissing rond dit dossier afwachten. De beslissing in eerste aanleg zal wellicht pas in oktober genomen worden. Groen vindt het rijkelijk laat om te wachten tot na de beslissing van de provincie. De gemeente kan zelf al de vraag stellen aan de Vlaamse overheid om een Ruimtelijk Uitvoeringsplan op te stellen om de bestemming van dit gebied om te zetten. De kanaaldorpen in Evergem (Doornzele, Kerkbrugge-Langerbrugge en Rieme) blijken steeds meer last te hebben van de uitbreiding van de haven. Milieuhinder zoals fijn stof, geluidshinder, verkeershinder en trillingen zorgen in bijvoorbeeld Rieme voor heel wat extra overlast.
De vroegere belofte om de hinder in de kanaalzone niet te laten toenemen door de toename van bedrijven/uitbreiding van de haven blijkt niet te kloppen. De koppelingsgebieden die mooi natuurlijk zijn aangelegd, waar we als Groen steeds hebben voor geijverd, zijn een minimale buffer om de kanaaldorpen leefbaar te houden. Maar deze bufferzones op zicht volstaan niet om de toegenomen hinder door bijkomende bedrijvigheid op te vangen of te beperken. Bijkomende opvolging van ondermeer de luchtkwaliteit met extra meetpunten en striktere opvolging van de hinder van de bedrijvigheid dient de leefkwaliteit van de kanaaldorpen en bij uitbreiding heel Evergem te garanderen.
Contactpersoon: Eddy Colombeen
Bomenplan
Regelmatig wordt er door burgers opgemerkt dat er een boom in hun omgeving gekapt werd en vragen zij of er hiervoor ook een vergunning is. De gemeentediensten antwoordden hier vaak negatief op. Als Groen Evergem zijn wij bezorgd over de evolutie van het aantal bomen, liefst zo verspreid mogelijk over onze gemeente. Daarom stelde Groen volgende vragen: Hoeveel kapvergunningen werden er aangevraagd in de loop van 2023? Hoeveel vergunningen waren gekoppeld aan heraanplant? Op welke wijze wordt er gecontroleerd of de heraanplant ook gebeurt? Werd het bomenplan Evergem al geëvalueerd, indien ja, op welke manier. Indien neen, waarom niet? Is het mogelijk om hierover enige feedback te krijgen? Hoeveel bomen werden er extra aangeplant in Evergem, buiten de koppelingsgebieden?Tijdens de winter van 2023-2024, werden 58 nieuwe straatbomen aangeplant in het kader van het bomenplan. Meer bepaald in Veldhoek, Volpenswege, de Wellingstraat en de Mitremstraat. Hiermee zijn alle bermen beplant waarvan de gemeente ontegensprekelijk over het plantrecht beschikt. Voor volgend plantseizoen moeten de aanpalende eigenaars gecontacteerd worden van de bermen die we wensen te beplanten, maar waarvan de gemeente voorlopig nog niet over het plantrecht beschikt.Over het aantal kapvergunningen met voorwaarden tot heraanplant in 2023 kon er nog geen antwoord worden gegeven. De vraag rond de controle hierop werd nog niet beantwoord, maar is er nog steeds niet. Dit na jaren aanklagen van Groen.
Groen-raadslid Kathleen Pisman: “Het bomenplan is moeilijk te lezen: men weet niet precies hoeveel er gekapt is, of er terug aangeplant is, en waar die aanplant dan gebeurde. Het is bijzonder jammer dat de gemeente niet meer belang hecht aan het organiseren van een groene buurt voor elke inwoner. De regel dat elkeen zicht zou moeten hebben op minstens drie bomen is zeker nog niet aan de orde in Evergem. Nochtans is uit onderzoek gebleken dat dit mensen gelukkiger en gezonder maakt.”
Contacpersoon: Kathleen Pisman
Vissterfte in Molensvaardeken: oorzaak blijft onduidelijk
In mei werd in het Molenvaardeken, in het koppelingsgebied van Doornzele, een opmerkelijke vissterfte vastgesteld. Tientallen dode vissen dreven boven. De gemeente heeft er na vaststellingen ter plaatse voor gezorgd dat de vissen werden opgeruimd. In de krant hebben we gelezen dat het om karpers ging. Er was ook een vermoeden dat de sterfte het gevolg was van het karpervirus. Groen vroeg op de gemeenteraad of deze hypothese intussen bevestigd is en wat de oorzaak hiervoor kan zijn. “Is de waterkwaliteit nagegaan en wie heeft de gemeente hiervoor bijgestaan? Is de kwaliteit van het water nagegaan? En wat zijn hiervan de resultaten?”, zo vroeg Groen-raadslid Paul De Neve.
Het antwoord leert dat zowel de Provinciale Milieudienst als de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) op de hoogte werden gebracht. VMM kwam ter plaatse met een gemeenteambtenaar voor analyse van het water. Bij aankomst zag men een 15-tal grote, dode karpers in de waterloop drijven. Deze waren echter niet meer “vers” en in staat van ontbinding Er werden geen vissen gezien die in de problemen waren. Er werd een staal genomen van het water om veldmetingen op te doen met volgende resultaten: pH: 7,94 geleidbaarheid (EC): 811 µS/cm Temperatuur: 25,0°C Zuurstofgehalte (O2): 14,73 mg/L en 179,3%. Het water was niet troebel, lichtgeel en geurloos. Er bevinden zich veel waterplanten in deze waterloop (onder andere riet) en er was zo goed als geen stroming. Deze waterloop ligt in beschermd gebied in functie van winning drinkwater uit oppervlaktewater (waterproductiecentrum Kluizen). De waterkwaliteit was dus zeer goed. Hoogstwaarschijnlijk is deze karpersterfte het gevolg van een aantal factoren. Zoals het karper virus (lenteviraemie). Tijdens het koudere weer hebben de karpers samen gelegen waardoor het virus is kunnen verspreiden. Door de opwarming van het water kan deze dan effectief uitbreken. Meestal zijn het grotere exemplaren die hier het slachtoffer van worden. We hebben ter plaatse enkel grote dode karpers gezien, geen kleine karpers of andere dode vissoorten. Helaas kan hier weinig aan gedaan worden. De vissen zo snel mogelijk ruimen om verspreiding tegen te gaan is de enige optie. Ook de paaitijd van de karper kan hier een rol spelen, deze loopt officieel van 16 april tot en met 31 mei. Dit vergt veel van de vissen waardoor er mogelijk verzwakte exemplaren zijn. Er bevinden zich ook veel waterplanten/algen in de waterloop. Deze geven overdag veel zuurstof af zoals onze meting laat blijken, ’s nachts verbruiken deze echter zuurstof waardoor het zuurstofgehalte van het water ’s morgens aanzienlijk lager is dan overdag of ’s avonds. Dit alles kan deze sterfte verklaren.
Groen-raadslid De Neve had vragen bij de uitzonderlijk hoge temperatuur van het water (25,0°C) voor de tijd van het jaar. Zijn er geen externe factoren die hier spelen? De schepen vertrouwde op de expertise van de bevoegde diensten die het onderzoek hebben gedaan. Ook het feit dat de vissen zelf niet nader onderzocht zijn, is volgens Groen een leemte in het onderzoek. Groen dringt erop aan om extra waakzaam te zijn en om de waterkwaliteit van nabij op te volgen en om de opvolging/aanpak van nieuwe calamiteiten nog efficiënter op te nemen.
Contactpersoon: Paul De Neve
Onderhoud Burggravenstroom: Groen vraagt duidelijkheid over wie wat doet?
De Burggravenstroom wordt jaarlijks onderhouden door de bevoegde Watering. Zo werd de waterloop in maart nog grondig gekuist in opdracht van de bevoegde Watering. Groen vraagt zich af wat de opdracht is van de watering of welke afspraken er hierover zijn met het gemeentebestuur. Enkele voorbeelden: op bepaalde plaatsen dient de waterkant soms verstevigd te worden als gevolg van erosie. Wie beslist over wat moet aangepakt worden en waar kunnen burgers zich wenden bij vragen? Wat met het groenonderhoud van de beide waterkanten. Vandaag nemen de burgers meestal de zijde aan hun achtertuin voor hun rekening. Wat is de afspraak met de Watering? Er blijken ook steeds vaker problemen met exoten zoals de Japanse duizendknoop? “Wie staat dan in voor het onderhoud en zijn er richtlijnen voor het aanpakken van invasieve soorten? Kunnen de mensen dit melden aan de gemeente?”, zo vroeg Groen-raadslid Paul De Neve.
De diensten verwezen in hun antwoord naar de wetgeving en naar het decreet integraal waterbeheer. De Watering is immers een autonoom openbaar bestuur dat volledig onafhankelijk van de gemeente werkt (net als de polders). Wanneer de gemeente weet heeft van een specifiek probleem van afwatering of wateroverlast, melden ze dit aan de bevoegde polder of watering als het probleem zich in hun werkingsgebied voordoet. De wateringen hebben een eigen bestuursorganen dat beslist hoe bepaalde zaken dienen aangepakt te worden.
Groen oordeelt dat de gewone burger vaak de weg niet vindt om bepaalde problemen te melden. Op de gemeentelijke website worden ze hier ook niet verder over geïnformeerd of doorverwezen. Hier is dus werk aan de winkel, zo oordeelt Groen.
De schepen beloofde wel het probleem van de Japanse duizendknoop onder de aandacht te brengen bij de bevoegde Watering. Burgers met vragen of meldingen kunnen rechtstreeks contact nemen met de watering via [email protected].
Contactpersoon: Paul De Neve
Geen onthardingsplan: de gemeente doet maar wat
Iedereen herinnert zich ongetwijfeld het malle figuur dat Evergem sloeg bij de laatste deelname aan de wedstrijd tegelwippen. Het schepencollege engageerde zich echter om het de volgende keer beter te doen door dit zorgvuldiger voor te bereiden. Ondertussen wordt er af en toe aangekondigd dat men hier of daar zal ontharden. Voorbeelden hiervan zijn de heraanleg van het rondpunt in de Molenstraat (waar meer verharding dan ontharding zal komen) of de ontharding van bepaalde voetpaden of middenpleinen in wijken. De bevolking is hierover kritisch, zij staan voor ontharding maar vrezen dat het onderhoud van de vergroening op hun schouders terecht zal komen. Daarom stelden we vanuit Groen volgende vragen: Is er een globaal onthardingsplan voor Evergem? Is er nagedacht hoe men de ontharding onderhoudsvriendelijk kan maken? Wordt er gecommuniceerd met de buurt over op te nemen taken in deze planning?
Opvallend is toch wel dat Evergem geen globaal onthardingsplan heeft volgens schepen Josse Verdegem (N-VA). Men geeft wel een aantal concrete plannen voor de toekomst maar kan niet duiden hoe de vooruitgang van ontharding verloopt in Evergem. Zolang men niet in kaart brengt hoeveel er verhard wordt in lopende projecten en daartegenover onthard wordt in andere, is men niet goed bezig. Zolang bij het verlenen van bouwprojecten het groenpercentage afgekocht kan worden is men sowieso verder aan het verharden. Grote onthardingsprojecten blijven uit en bijkomende bebouwing met verharde straten, pleinen en opritten zijn schering en inslag. De gemeente heeft dringend nood aan een degelijk onthardingsplan zodat niet alleen de waterinsijpeling beter kan gebeuren (wat mogelijks waterellende kan voorkomen) maar ook de temperatuur kan verlagen in bepaalde straten.
Contactpersoon: Kathleen Pisman
Toegankelijkheid semi-openbare plekken
Bij verschillende semi-openbare plekken zoals bij broodautomaten of automatenshops blijkt dat de toegankelijkheid soms te wensen overlaat voor mensen die niet zo mobiel zijn. Groen stelde zicht dan ook de vraag of er bij omgevingsvergunningen rekening wordt gehouden met de toegankelijkheid van zulke plekken. Worden bijkomende voorwaarden opgelegd in de omgevingsvergunningen en hoe worden deze afgedwongen?
Sedert 5 juni 2009 geldt een gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid (5 juni 2009). Voor aanvragen tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor publiek toegankelijke inrichtingen (zowel openbaar als privaat) wordt advies gevraagd aan Inter, Vlaams expertisecentrum toegankelijkheid en worden de voorwaarden opgelegd in de omgevingsvergunning die verleend worden.
Voor projecten waar een omgevingsvergunning nodig is, maar waarbij er geen wettelijk verplicht advies van Inter vereist is, wordt de toegankelijkheid dus niet bekeken. Tot deze conclusie komt Groen-raadslid Eddy Colombeen na het antwoord van schepen Josse Verdegem (N-VA).
Contactpersoon: Eddy Colombeen
Te weinig personeel om milieu en duurzaamheid goed op te volgen
De afgelopen jaren stelde Groen bij herhaling vast dat voor duurzaamheid en milieu er weinig tijd was en de diensten het vaak te druk hebben.
Hierdoor kunnen interessante duurzaamheidsinitiatieven niet worden opgevolgd en kan te weinig structureel worden gewerkt aan duurzaamheid binnen de werking van de gemeente. Een duurzaamheidsambtenaar die bovendien nog andere taken dient uit te voeren zoals de opvolging van de milieuraad en de kanaalzone, geeft onvoldoende tijd om duurzaamheid volledig op te volgen. Groen pleit dan ook voor een volwaardige duurzaamheidsambtenaar die de volle 100% van zijn/haar tijd aan duurzaamheid kan besteden. De andere taken dienen dan maar te worden opgevolgd door personeel dat rond leefmilieu actief is.
Maar ook voor leefmilieu is er momenteel 1 personeelslid dat alle milieudossiers dient op te volgen. Momenteel zijn er zelfs geen specialisten rond leefmilieu actief binnen het gemeentebestuur. Voor een gemeente met meer dan 36.000 inwoners en met een kanaalzone op en naast het grondgebied met veel grote bedrijven en de nodige milieuhinder en - vervuiling is dit veel te weinig. De burgemeester Joeri De Martelaere (N-VA) erkent het probleem, maar er iets aan doen is nog een andere zaak. Hij verwijst vaak gemakshalve naar externe milieuadviesbureaus en gespecialiseerd advocaten in het milieurecht om de gemeente te helpen. Deze externen werken echter niet gratis en kosten vaak heel veel. Voor Groen moeten er minstens 2 omgevingsambtenaren gespecialiseerd in leefmilieu actief zijn in Evergem, zodat vergunningsaanvragen en mogelijke milieuproblemen op een adequate manier kunnen worden aangepakt. Als gemeente kunnen terugvallen op expertise van eigen personeel is een absolute meerwaarde voor de gemeente en haar bevolking. Dit kan maar de dienstverlening en de financiën van de gemeente op dit vlak ten goede komen.
Contactpersoon: Eddy Colombeen
De opvolging van klachten over bouw- en milieuklachten verloopt niet gestructureerd en de melders worden in het ongewisse gelaten.
Klachten inzake bouw- en milieumisdrijven worden zowel per mail, meldpunt, brief of telefonisch gemeld. Er werd hier geen procedure vastgelegd. In de meeste gevallen doet de lokale politie een onderzoek en maakt ze in voorkomend geval proces-verbaal op en legt ze de werken die in uitvoering zijn stil. Indien proces-verbaal opgemaakt wordt stelt de lokale politie hiervan de stedenbouwkundig inspecteur, het parket van de procureur des Konings en de gemeente van in kennis. De gemeente registreert het vastgestelde misdrijf in het vergunningenregister van de gemeente.
Na vaststelling zijn er verschillende scenario’s mogelijk:
- betrokkene dient een regularisatieaanvraag in en indien deze vergund wordt klasseert het parket van de procureur des Konings, in zo goed als in alle gevallen dat het dossier, zonder gevolg.
- het parket van de procureur des Konings klasseert het dossier zonder gevolg (verjaring, geen prioriteit, onvoldoende bewijs, geen misdrijf).
- betrokkene herstelt vrijwillig in oorspronkelijke staat.
- de burgemeester beslist tot herstelvordering/bestuurlijke maatregel.
Betreft het een misdrijf in ruimtelijk kwetsbaar gebied, gebeurt de opvolging door de Vlaamse stedenbouwkundig inspecteur (Departement Omgeving). Bij een misdrijf bij een klasse 1-bedrijf, gebeurt de opvolging door de Vlaamse milieu-inspectie.
Na vaststelling van een misdrijf worden deze, voor dossiers waarvoor de gemeente bevoegd is, opgevolgd door de dienst Omgeving. Er bestaan geen termijnen voor de opvolging van dergelijke dossiers en er wordt vanuit de gemeente geen feedback gegeven aan de klagers.
Groen-raadslid Eddy Colombeen komt tot de conclusie dat de opvolging van bouw- en milieumisdrijven te wensen overlaat. Eddy Colombeen: “Vaak wordt de vaststelling van de misdrijven overgelaten aan de politie. Op zich is dit wettelijk correct, alleen zijn de politiediensten vaak niet voldoende gespecialiseerd om de nodige vaststellingen te doen. Hierbij blijkt opnieuw dat er door een gebrek aan gespecialiseerd personeel rond leefmilieu bij de gemeente de klachten niet adequaat kunnen worden opgevolgd. Bovendien blijkt dat de klager/melder in het ongewisse wordt gelaten wat er met zijn/haar klacht gebeurt. Dit kan voor Groen niet door de beugel. De klager zou op zijn minst op de hoogte moeten worden gebracht van welke stappen werden en worden gezet rond zijn/haar klacht.”
Contactpersoon: Eddy Colombeen